THE BATTLE OF CAMBRAI, NOVEMBER-DECEMBER 1917 © IWM (Q 7289)

Vaak was het vanuit het voertuig zelf dat de soldaten bescherming nodig hadden. Het oneffen terrein van het niemandsland zorgde ervoor dat de bemanningen in de tanks wild in het rond stuiterden, en omdat ze onbeschermd waren, waren niet-gevechtshoofdletsels aan de orde van de dag. De oplossing was om helmen te verstrekken aan de troepen in de tanks.

Gepantserde schilden of maliënkolders beschermden de gezichten tegen vuur van kleine wapens die door de zichtpoorten van de tank kwamen, en tegen "splash", metalen fragmenten die door het bemanningscompartiment vlogen door de kracht van granaten of andere projectielen die de stalen romp raakten.

Het Service Dress Jacket, gemaakt van kakiwol, was het belangrijkste kledingstuk dat Britse soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog droegen. Het had een opstaande kraag, koperen knopen en vier grote zakken voor het meenemen van essentiële spullen. De losse pasvorm van de jas zorgde voor gemakkelijke beweging en bood beperkte bescherming tegen de elementen. Het tankkorps had ook een tankoveral als ze in hun tanks zaten. De officieren gebruikten hun swaggerstick om te zien of de grond zo droog was dat de tanks hun aanval op de frontlinie konden beginnen. Je moet je het lawaai, de hitte, de dampen, de draaiende kettingen in die tanks eens voorstellen met zo'n uniform!